Tom en zijn vrienden logeren een paar weken op een boerderij in het oosten van ons land, vlak bij de Duitse grens. In de omgeving bevindt zich een ruïne van een oud kasteel. Valkenhorst heette dat kasteel en de ruïne wordt in de volksmond ook zo genoemd. Aan dit kasteel is een romantische geschiedenis verbonden en volgens de dorpsbewoners spookt het er nog steeds.

Natuurlijk gaan Tom en de anderen eens poolshoogte nemen. Ze krijgen een glimp van het 'spook' te zien. Er gebeuren méér vreemde dingen. In het grensgebied opereert nemelijk een smokkelbende, die de politie en de douane voor de grootste moeilijkheden stelt. De jongelui proberen te helpen bij de opsporing van de bende. In het begin lijkt het een hopeloze zaak. Een inbraak in het dorp brengt de jongens echter opnieuw in actie. Alle sporen van de daders lopen dood. Met behulp van de intelligente speurhond Snuf weet Tom ten slotte de raadsels in en om valkenhorst op te lossen, al kost het hem benauwde ogenblikken.