Judith Miller: Het meisje van de wagenkerk

De avontuurlike Hope Irvine reist met haar vader het land door. In de wagenkerk, een treinwagon die is omgebouwd tot een kerk, trekken ze door West-Virginia. Hopes vader houdt kerkdiensten in de stadjes die ze onderweg aandoen en Hope vindt het geweldig om de kerkdiensten in de wagenkerk muzikaal te begeleiden. Ook geeft ze graag zondagsschool aan de kinderen in de stadjes langs het spoor.
Uiteindelijk komen Hope en haar vader aan in het mijnwerkersstadje Finch. De bevolking van Finch is zeer achterdochtig naar buitenstaanders en Hope moet alles op alles zetten om hun vertrouwen te winnen. Luke Hughes werkt voor de kolenmijn in Finch. Als dominee Irvine en Hope in het stadje arriveren, is Luke geraakt door de boodschap van de voorganger van de kapelwagen - en ook door zijn lieve en mooie dochter Hope.
Wanneer Hope ook zondagsschool gaat geven in de stadjes in de omgeving, wordt ze vergezeld door Kirby Finch, de rokkenjagende zoon van mijneigenaar. Luke slaagt er niet in om zijn jaloezie te verbergen. Als hij ook nog begint te vermoeden dat Kirby slechte bedoelingen heeft met Hope, staat hij voor een groot probleem: hoe kan hij Hope tegen Kirby beschermen?