In dit boek geeft de bekende auteur Joh. G. Veenhof ons een treffend beeld van een dorpsgemeenschap, zoals die er rond de eeuwwisseling uitzag. De enorme tegenstelling tussen arm en rijk wordt op een boeiende wijze beschreven.

Deeske Wezelkamp krijgt als jong meisje een ongeluk bij de boer waar ze blijft nadien gehandicapt en leeft met haar moeder in de bitterste armoede. Slechts enkele trekken zich het lot aan van Deeske "Strompel". Eén van hen is de nietsontziende en ongrijpbare stroper Kord Blommers, die een voortdurende strijd moet leveren om uit de handen van de koddebeier te blijven.

En niet te vergeten de jonge ds. Bresman die in de ogen van de eigengeërfde boeren toch nog veel moet leren!

Veenhof houdt door zijn boeiende verteltrant, kennis van zaken en voortdurende spanning zijn talrijke lezers tot de laatste bladzijde vast.