K. Norel: Vliegende Hollanders

Welke flinke jongen wil niet vlieger worden? Steeds sneller, steeds machtiger worden de reuzenvogels die landen en volken verbinden, die oceanen kruisen en de ijzige polen niet meer schuwen.
En steeds groter wordt de behoefte aan jonge kerels die de gelederen versterken van de mannen wie de zorg voor vliegtuigen, passagiers, goederen en de navigatie is toeverschouwd: de vliegers. Pioniers zijn zij zoals onze zeelui vroeger en ook nu zijn.
Hoe word je vlieger? Wat moet je allemaal leren, hoe word je getraind?
Het is de moeite waard én het is buitengewoon interessant daarover alles te horen. In dit pakkende jongensboek vertelt K. Norel, de bekende schrijver van zoveel boeiende jeugdboeken, alles wat een jongeren hierover maar zal willen weten.
Jan Staal is een zoon uit een oud zeevaardersgeslacht. Hij is bestemd om die lijn voort te zetten, maar hij kiest de luchtvaart.
Het gaat maar niet zo van een leien dakje, al is het alles machtig interessant. Alles wat met de luchtvaart in verband staat, trekt hem aan. En zo komt hij van luchtvaartclub tot zweefvliegtuigen en wordt dan toegelaten tot de selectie-cursus van de Rijks Luchtvaart School. Er is nogal wat te overwinnen en de teleurstelling wordt hem niet bespaard maar... het lukt toch: hij komt in Eelde. Pakkend zijn zijn belevenissen beschreven: de training, de vluchten, de opleiding van hem en zijn kameraden. Het vliegerembleem, de beide vleugels, worden je zo maar niet cadeau gedaan!
Des te groter is de voldoening als zijn kameraden en hij slagen en de weg tot een vliegerloopbaan voor hem open ligt. Er zullen heel veel jongens zijn die van dit fikse boek genieten zullen!

De losse omslag van het boek is wat beschadigd.