Karl is als baby te vondeling gelegd bij het Duitse echtpaar Zweitser, die hem adopteren en opvoeden als hun eigen zoon. Toch houdt hij last van het feit dat hij 'weggegeven' is. Hij werd ermee gepest, want het hele dorp kende zijn verhaal.

Volwassen geworden en eigenaar van een groot makelaarskantoor, komt op een dag een vrouw op bezoek die hem vertelt zijn moeder te zijn. Karl is volledig van de kaart, vertrekt vol boosheid van huis en weet het niet meer.

Die vrouw is Hanna, de voormalige dienstbode in huize Zweitser. Ze heeft haar geheim nooit met iemand gedeeld, maar nu ze ziek is en niet lang meer te leven heeft, moet ze haar verhaal vertellen. Ze besluit haar kleindochter Liesbeth in vertrouwen te nemen.

Niets blijft meer geheim.