Anne-Mathilde Roozen bewoont op hoge leeftijd, na het overlijden van haar man, alleen het familiehuis 'de Roozenburg'. Als haar arts een ernstige ziekte constateert, wil Anne-Mathilde het liefst op 'de Roozenburg' blijven.

Dat lukt, omdat wijkverpleegkundige Yvet Reitsma, een jonge weduwe, bij haar intrekt.

Het blijkt voor beiden de goede oplossing, maar de dochter van Anne-Mathilde, Frieda, is niet blij met deze situatie.

Zij ziet haar moeder liever naar het verpleeghuis gaan, want ze heeft haar zinnen gezet op de snelle verkoop van 'de Roozenburg'.

Dat loopt echter allemaal heel anders, want Anne-Mathilde heeft haar twee kinderen iets belangrijks te vertellen!