F.J. Waverijn, J. zn.: Die Mij eren zal Ik eren.:

De betekenis van de afbeelding op de voorzijde van het boek:

In de bedstede ligt een stervende vrouw. Ze is slechts zesentwintig jaar oud, gehuwd en moeder van twee kleine kinderen. Deze jonge vrouw wordt geroepen om de laatste levensadem uit te blazen. Doch ze was bevoorrecht; in haar was genade verheerlijkt. Ze had in haar leven leren sterven voordat ze moést sterven. Aan haar leven kwam plotseling een einde. het was van haar zijde alles verbeurd en verzondigd; het was loutere genade alleen. Ze mocht geloven door de krachtdadige werkingen van Gods Geest dat Christus het ook voor háár had uitgeroepen:"Het is volbracht!" Als de donkere schaduw van de dood zich gaat uitspreiden over de mens is er maar Eén in Wien men de laatste vijand kan ontmoeten. Het is nietmand anders dan Hem, die de doos verslonden heeft tot eeuwige Overwinning. Deze vrouw mocht dan ook op haar sterfbed getuigen: "Want ik weet: mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over het stof opstaan; en als zij na mijn huid dit doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen. Het houdt wat in om met de volle zekerheid des geloofs te mogen getuigen: "Op Uwe zaligheid wacht ik, o HEERE." Een waar kind van God roept het op zijn sterfbed uit: "Kom haastelijk, opdat ik Uw aangezicht in gerechtigheid mag aanschouwen om verzadigd te worden met Uw beeld. "

In de eenvoudige huiskamer ziet men een biddende en wakende echtgenoot en verdere familie. Het sterven van deze jonge vrouw is voor hen een pijnlijke, moeilijke, smartelijke weg. Hun harten zijn vervuld met grote droefenis. Vaak stormde het in hun binnenste. Doch ze mogen zich verlaten op Zijn Woord, Dat spreek; "Die in de schuilplaats de Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen." Ze zijn het met de HEERE eens geworden en mogen door genade getuigen: "De HEERE heeft gegeven, en de HEERE heeft genomen; de Naam des HEEREN zij geloofd.