Van mensen mag David, als hij terugkeert naar Jeruzalem, afzien. Ziba en Simeï belijden schuld, maar het zijn slechts huichelaars. Israël en Juda staan tegen elkaar op en Seba roept op tot rebellie. Wat komt er ooit van Gods belofte aan David terecht? Maar God feilt niet in Zijn trouw en daarom mag David in Jeruzalem het koningsschap weer opnemen. Wat doet hij dan eerst? Zijn vijanden achterna jagen? Nee, David laat zijn bijwijven opsluiten en doet zo de zonde uit zijn huis weg. Hierin lag de wortel van alle ellende in zijn huis. De bewezen genade Gods doet hem de zonde haten en vlieden. Heiliging is hier onlosmakelijk verbonden aan rechtvaardiging. Dat is ons tot voorbeeld!

Zo zijn er in deze bundel van tien preken voor jong en oud nog meer lessen te leren. De oude Barzillai leert ons, wat genade in de ouderdom vermag. De wijze vrouw in Abel Beth-Máächa laat zien, dat er geen vrede is zonder recht. En in dat alles schittert de trouw des Heeren.