H. Nieuwenhuize: Want Gij zijt mij ene hulpe geweest

Deze geschiedenis verplaatst ons in de bange oorlogsjaren van 1940-1945. DAgen van onderdrukking, roof en wegvoering. De schrijver verhaalt, op zijn eigen wijze, hoe de niets en niemand ontziende bezetter hem, samen met vele landgenoten dwingt in het land van de vijand te gaan werken.
De schrijver, de heer Nieuwenhuize moet tegen zijn wil, het rustige Zeeuwse plaatsje Yerseke verlaten en wordt weggevoerd naar een van de grauwe fabriekssteden in het duitse Roergebied.
Bepaald geen aangename ruil vooral als wordt bedacht wordt dat er regelmatig bombardementen worden uitgevoerd.
Vele van zijn mede lagerbewoners verloren daarbij het leven.
De schrijver mag echter ook gewagen van wonderlijke uitreddingen zeker als hij na veel omzwervingen weer thuis mag komen. Als het front nadert wordt hij verder weggevoerd door de duitsers. Maar na ondergedoken te zijn, kan de thuisreis worden aanvaard. De thuiskomst is echter geheel anders dan hij had gehoopt.