Opgelucht over de afloop van hun confrontatie met de vijand uit het oosten, reist Floris met zijn metgezellen Dolf, de kruisridder heer Gezinus en de twee soldaten Seppe en Emiel door de bergen van Oostenrijk en Zwitserland verder. Floris kan niet wachten tot hij na de lange reis eindelijk Veerle weer in zijn armen kan sluiten. Voor Dolf is de toekomst heel wat minder zeker. Hoe zal Hillegonda reageren als ze elkaar weerzien? En zal hij ooit zijn bestemming vinden?

Al gauw blijkt dat het niet alleen de bergen zijn die ze moeten bedwingen, voordat ze in Parijs zijn.  Heer Gezinus wil daar met de schatbewaarders van de Tempeliers regelen dat Dolf de goudschat terugkrijgt, die de hebzuchtige stadsbestuurders van Veneto hem afhandig hebben gemaakt.

Maar als ze eindelijk bij de Tempel aankomen, blijken de bewoners wel iets anders aan hun hoofd te hebben. Floris en zijn vrienden bieden hun hulp aan bij het oplossen van hun problemen.

 

Of dit lukt en het antwoord op heel veel andere vragen is te lezen in het tiende en laatste deel van de serie Floris de minstreel: De schat van de Tempeliers.

 

De serie Floris de minstreel speelt zich af in de middeleeuwen. Dat was in veel opzichten een donkere tijd. Er bestonden grote verschillen tussen rijk en arm. Ook wat het geloof betreft was het een moeilijke tijd. Geloof en bijgeloof gingen vaak hand in hand.
Reizen was dikwijls een gewaagde onderneming. Vooral in de arme gebieden lagen rovers op de loer. Toch waren er rondtrekkende muzikaten, minstrelen, die overal kwamen in ruil voor eten, onderdak en een beloning hun liederen ten gehore brachten.