Geesje Vogelaar- van Mourik: Het smidsgezin

Smid Holtman vertrekt met zijn vrouw en kinderen vanwege armoede naar Louwveen. Vooral zoon Dirk is daar blij om, want daar zal het fijn worden: vader zal daar veel werk krijgen. Moeder zal er vast weer beter worden. En zij zullen er niet langer arm zijn, en genoeg te eten krijgen. 
Het valt echter tegen, omdat de smid niet op zondag wil werken. Ze verhuizen uit nood naar Twelst, maar daar zijn al vier smeden, en is geen werk voor de smid.
Dan komt er een brief uit Kruisloo. Hier krijgt de smid voldoende werk. Maar hij moet er op zondag werken, wat hun veel ellende bezorgt. Een opmerking van klein Leentje zorgt ervoor, dat de smid definitief daarmee stopt. Het wordt een moeilijke tijd, maar de smid en zijn vrouw vertrouwen op de Heere. En hun hoop wordt niet beschaamd.