Ken je de avonturen van de wilde hond Max, Cornelia de muis en de deftige kiep Kokkelesientje al? En wat dacht je van de nette spreeuw Anita die heel kwaad is omdat er sneeuw ligt en ze haar lekkere broodkruimels niet meer kan vinden?

 

 

Meesterverteller W.G. van de Hulst heeft vele verhalen geschreven die kinderen nog steeds graag horen. De dierenverhalen in dit boek zijn geselecteerd uit de bundels Het Gouden Voorleesboek, Het Nieuwe Voorleesboek, Het Grote Voorleesboek en Zomerverhalen.

 

 

Zoals in de bundel Winterverhalen de regen uit donkere luchten tegen de ruiten klettert, sneeuw het weidse land bedekt en oliebollen worden opgediend, is de bundel Zomerverhalen een verzameling verhalen waarin de zon schijnt, de wereld geurt, de bloemen bloeien en het hooggegroeide gras uitnodigt om uren lang te dwalen.

 

Zomerverhalen is een smulboek voor de kenners, die vroeger zelf met W.G. van de Hulst zijn grootgebracht, en hun voorliefde voor zijn verhalen graag aan hun kinderen en kleinkinderen doorgeven. Daarnaast veroveren deze eenvoudige verhalen nog altijd nieuwe hartjes van kleine kinderen die graag worden voorgelezen. Daarom deze bundel, vrolijk, ontroerend, sprookjesachtig en gezellig, zo veelzijdig als W.G. van de Hulst alleen kon schrijven.