Ds. J. de Groot: Dat zulks toch werde beschreven

Deel 5

Ds. J. de Groot (1916-2004) werd in 1968 bevestigd als predikant in de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Rijssen. Tot zijn overlijden is hij aan die gemeente als predikant verbonden gebleven. In 1980 ging ds. De Groot mee in de vorming van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buitenverband)

De predicaties in deze prekenserie zijn uiitgesproken in Rijssen en in andere gemeenten van de genoemde kerkverbanden. Ze zijn bevindelijk en schriftuurlijk van aard. Regelmatig komen herinneringen naar voren aan het geestelijke leven in eerdere jaren. De preken zijn geschikt voor leesdiensten en voor persoonlijk gebruik.

Deel 5 bevat vijftien predicaties, waaronder vrije stoffen, een lijdenspredicatie en predicaties voor oudjaar en dankdag.

1. De arend die zijn nest opwekt: Predicatie over Deuteronomium 32 vers 10-12
2. De erfenis voor de dochters van Zeláfead: Predicatie over Jozua 17 vers 3-5
3. De openbaring van de heerlijkheid des HEEREN: Predicatie over Jesaja 6 vers 5-7
4. Eeuwige liefde tot Gods Kerk: Predicatie over Jeremia 31 vers 3
5. Een gewisse belofte tot een volk in ballingschap: Predicatie (voor vakantietijd) over Jeremia 31 vers 8 en 9
6. Gods onveranderlijke liefde betoond aan Efraïm: Dankdagpredicatie over Hoséa 11 vers 3 en 4
7. Een ernstige vermaning voor een naderend oordeel: Dankdagpredicatie over Hoséa 14 vers 2 en 3
8. De scherpe tegenstelling tussen de brede en de smalle weg: Predicatie over Matthéüs 7 ver 13 en 14
9. De macht van Christus geopenbaard aan Zijn discipelen: Predicatie voorafgaand aan Hemelvaart over Matthéüs 28 vers 18-20
10. Christus' voorbede voor Zijn Kerk: Lijdenspredicatie over Johannes 17  vers 13-15
11. Maria Magdaléna bij een geopend graf: Paaspredicatie over Johannes 20 vers 16 en 17
12. De gouden keten der verdrukking: Predicatie over Romeinen 5 vers 1-5
13. De hoop van Gods kinderen: Predicatie over Romeinen 8 vers 24 en 25
14. Het komen tot God: Predicatie over Hebreeën 11 vers 6
15. Een ernstige vermaning tot onderwerping: Oudejaarspredicatie over Hebreeën 12 vers 25 en 26