Elizabeth Maria Duijzer-van Scheers (1874-1970) uit Brakel was een moeder in Israël. Veel onderwijs mocht zij van den Heere ontvangen, en dat hield zij niet voor zichzelf. Met haar vrienden en bekenden sprak en schreef zij over Gods leidingen en over de trouw des Heeren. Het lange leven van Betje Duijzer was vol wederwaardigheden, maar getuigde tevens van het grote goed dat de Heere weggelegd heeft voor degenen die Hem vrezen.

 

Dit boek beschrijft het leven van Betje Duijzer en haar bekering, waarvan zij ooit uitvoerig verslag deed in een brief aan Leen Potappel. Verder zijn tien levensschetsen opgenomen van vrienden die met haar correspondeerden. Het zijn achtereenvolgens:

Machteldje Aalbers-Koerhuis

Herman Bas

Dirkje Blonk

Jacobus Boot

Jannetje van Duikhuizen

Lina van de Kolk

Maria Ooms

Johannes Willem Slager

Catharina Alida Veldhuizen- van Woerden

Cornelis Bernard van Woerden jr.