Bob Evers 14: Een klopjacht op een Kapitein,

In het holst van een stormachtige, avontuurlijke nacht zitten Jan Prins, Bob Evers en Arie Roos op een motortjalkschip in het Kanaal van Hansweert, piekerend over een groot probleem. Want in de Duitse tijd werd een schat aan ondergedoken goud en juwelen verborgen ergens in een villa in Lisse… door een man, die vlak daarop door een bom werd gedood. De wettige erfgenamen hebben jarenlang vergeefs naar deze schat gespeurd… tot die onverwacht wordt opgegraven door enkele onderwereldfiguren, ingelicht door een destijds in die villa ingekwartierde Duitser. Jan, Bob en dikke Arie helpen de Grimbos-familie om de schat op de bandieten terug te veroveren...met een aandeel in de erfenis als beloning... mits het hun lukt. Onze drie vrienden maken jacht op de bandieten, die worden aangevoerd door een man die zich 'De Kapitein' noemt... en die een motortjalkschip, 'De Waterjuffer' geheten, heeft gehuurd om daarmee de buit naar België te brengen. Maar die grap gaat niet door… dankzij Jan, Bob en Arie die het schip in handen weten te krijgen... echter zonder het goud! Uit wraak laten de bandieten het schip in brand vliegen en verdelen de buit. Eén kwart wordt op een onbekende plaats in Zeeland begraven en de drie andere parten gaan in de bagage van hun bezitter op weg naar de Duitse grens. De rest van het boek is een adembenemend-spannend relaas van de klopjacht der drie jongens op de erfenis-buit.