K. Norel: Op de grote vaart

Op aanraden van een kapitein gaat Leendert van Beelen naar de Zeevaartschool om stuurman te kunnen worden. De praktijklessen hoeft hij niet te volgen, maar met de wiskunde heeft hij het zwaar.
Als vierde stuurman monstert hij aan op het motorschop Van Diermen. Zijn eerste reis voert hem naar Amerika en naar Afrika, waar hij ook de bevolking van de landen leert kennen.
Een te vriendschappelijke houding tegen de matrozen brengt Leen in moeilijkheden wanneer er aan boord gesmokkeld wordt en de bevolking in opstand komt. Maar als door Leen's toedoen de schuldige is gevonden, slaat de stemming om.
Met behulp van radiostations weten de meeste schepen stormen te ontwijken. Toch komt een Grieks schip in nood. Een deel van de bemanning kan ternauwernood gered worden.
Voor de wilde vaart moet Leen naar Tokio, waar zijn schip voor anker ligt. Nu vaart hij voor het eerst met passagiers, waarvan sommigen hem heel wat last bezorgen. Ook beleeft hij benauwde ogenblikken wanneer de lading in de ruimen 'levendig' wordt.