J. de Kraker van Abbema: Vlucht uit Turkije

'Het is pikdonker geworden; een maanloze nacht. Haast is geboden. Mocht iemand het inladen van de wagen opmerken, ondanks het duister, dan is de familie reddeloos verloren. Zwijgend, ordelijk en uiterst vlug worden de laatste voorbereidingen voor de vlucht getroffen. Talloze malen is het vertrek tot in detail doorgesproken. Nu is het zover...'

In een klein dorpje in het prachtige Zuidoost-Turkije woont Yusuf Bakyr. Wat kan hij meer wensen dan herder te worden, net als zijn broer Yakub, hier in dit prachtige bergland? Maar voor de familie Bakyr breekt een donkere tijd aan. Van de christenen, die al sinds de zendingsreizen van Paulus in Turkije wonen, is nu nog maar een handjevol over. Die christenfamilies worden niet zelden gedwarsboomd en bedreigd door een gedeelte van de machtige Turkse moslim-bevolking.

Yusuf krijgt het zwaar te verduren temidden van zijn klasgenoten. Op een kwade dag is Yakub verdwenen; zwaargewond wordt hij gevonden in een diepe kloof. Is hij gestruikeld en naar beneden gestort, of..? Dan komt er een brief uit Istanbul, van oom Gevriye. Dat is het startsein voor de vlucht uit Turkije...
Ondanks alle angst ervaren de vluchtelingen Gods nabijheid, als verhoring op hun gebed. Maar het zwijgzame vertrek in het nachtelijk donker, een onverwachte passagier, een verdachte pompbediende en een zoektocht in Istanbul houden de reizigers in grote spanning tot de aankomst bij oom Gebriye. En dan zijn ze Turkije nog steeds niet uit.