M. Kanis: Voor Joden verboden

De oorlog? Dat valt allemaal nog mee! dachten de meeste mensen in het begin. Het leven ging gewoon door. Ja, zo léék het. Maar zo wás het niet. Heel langzaam werd de onderdrukking harder.
Zelfs de vrolijke, onbezorgde Maarten merkt het. Van dichtbij ziet hij de felle haat van de Duitsers en de N.S.B.-ers tegen de Joden. Ze moeten een Jodenster dragen en mogen niet meer in plantsoenen en parken komen. Er stort een Engels vliegtuig in het kanaal. 
Maar jongens zoals Maarten maken nog meer mee:
- Hij valt in de chocoladepudding;
- Hij wordt betrapt bij het voetballen en komt op het politiebureau terecht;
- Hij verdrinkt bijna in een plas, waarin vuil wordt gestort;
- De meester slaat zijn broek warm om bijna niks;
- De woedende buurman achtervolgt z'n broer Jasper;
- Een boze N.S.B.-er klimt op de markt over alle kramen om een spotboef in handen te krijgen...
Deze twee delen gaan over de tijd van het voorjaar van 1941 tot het najaar van 1942.