M. Kanis: Vreemde soldaten

Maarten Gunnink-serie

''Achter de troep soldaten loopt een stel jongens mee. Eén heeft een aardappelpan van zijn moeder op z'n hoofd; dat is z'n helm. Een ander draagt een bezem over z'n schouder, z'n geweer natuurlijk. Ze marcheren en ze zingen, dat het een lust is. Ze blijven wel een stukje bij de Duitsers vandaan. Als die het merken, zijn ze nog niet jarig. De grote mensen aan de kant hebben moeite om niet te lachen. Ze lachen niet om de Duitsers, nee, maar wel om de jongens. Hoor ze schreeuwen:
Oend wier faaa-ren, plons, plons!
Oend wier faaa-ren, plons, plons!
Oend wier faaa-ren - plons!
Keken Engeland, plons! Engeland, plons-plons!
Iedereen begrijpt de spot...''

Dit is een stukje uit het boek, dat je nu in je handen hebt. Het gaat over Maarten Gunnink en z'n makkers, een stel gezonde Hollandse rekels. Ze waren in de Tweede Wereldoorlog ongeveer net zo oud, als jij nu bent. Dit boek en de volgende delen vertelt, wat ze in die tijd allemaal meemaakten.