S.M. van der Galiën: Zij was een azande

De jonge Fries Sjoek Damsma is hoofdopzichter bij het aanleggen van een weg in de Soedan. Hij ontdekt dat er tot op de dag van vandaag nog veel handel wordt gedreven in zwarte meisjes, die dan terechtkomen in de bordelen ondermeer van Omdurman, een voorstad van Karthoem. Damsma kan geen eind maken aan de misstanden in Afrika, maar wel gelukt het hem twee meisjes uit de handen van de slavinnenjagers te verlossen. De bevrijding van een van deze meisjes, Katjentje, een Azandemeisje uit het zuiden van de Soedan, wordt door de auteur uitvoerig beschreven. Dit boeiend geschreven boek geeft veel informatie over de verschrikkelijke toestanden in dit bij ons vrij onbekende land. De auteur doet een dringend appel op de westerse beschaving om de schuld in te lossen in verband met wat zij zelf in vroegere tijden heeft gedaan. Ook voor het christendom ligt hier een enorme taak om het licht van het evangelie te laten schijnen in de duisternis van dit Afrikaanse land.