Sinds ze alleen is, woont Hanneke in een landelijk dorpje, waar ze het uitstekend naar haar zin heeft. Ze is gelukkig, vooral met haar hond Joris, maar mist toch een zinvolle invulling van haar leven.

 

Hannekes enige zoon Steef heeft min of meer afscheid genomen van het geloof en vervreemdt daardoor steeds meer van zijn moeder. Hanneke heeft daar veel verdriet van. Dan ontmoet ze Natasja, een jong meisje dat nog maar net in het dorp woont. Er ontstaat een bijzondere vriendschap tussen de twee. Als Natasja tijdens een buitenlandse vakantie een ongeluk krijgt, gaat Hanneke bij haar op bezoek. Dit bezoek krijgt een bijzondere betekenis voor Natasja en haar ouders. En als ze weer naar huis wil gaan, wordt Hanneke op een onverwachte manier geconfronteerd met haar verleden.