R. Hoogerwerf-Holleman: Weggedrevenen

Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt wonen Tanne en Jewannes Zijpe en Maatje en Marien Weststrate op hun boerderijen in Oosterland op Schouwen-Duiveland. Ter versterking van de Atlantikwall besluiten de Duitse bezetters hun eiland en andere eilanden zoals Walcheren onder water te zetten. Dat betekent dat de bevolking moet worden geëvacueerd. De Zijpes en Westrates besluitein te vertrekken naar Den Dolder waar ze bij de zeer hebzuchtige boer Forma twee zomerhuisjes kunnen huren.
De evacuatie per boot verloopt tragisch door een aanval van Engelse jagers op het schip, dat wordt gezien als een Duitse troepentransportschip. De evacués overleven de aanval, maar voor Marien Weststrate, die bij het bombardement zijn laatste vee heeft verloren, is het gebeuren aanleiding om zich aan te sluiten bij het verzet in de Biesbosch.
Als de Duitsers in Den Dolder ook het vee van Jewannes Zijpe in beslag nemen, volgt deze zijn zwager in het verzet. De vrouwen en kinderen moeten Den Dolder ontvluchten als tijdens een bombardement op de spoorlijn ook de zomerhuisjes afbranden. Ze komen dan in huis bij dominee Velders in Utrecht.

In het hele boek wordt duidelijk gemaakt dat Gods leiding over alle mensenkinderen gaat en dat Gods oog altijd waakt over Zijn kinderen. Na de oorlog krijgen de gezinnen een nieuwe kans om met Gods hulp op hun oude eiland Schouwen-Duiveland een nieuwe leven op te bouwen.

ex-bieb boek