Ds. P. den Butter: De Lamp bleef branden

Over de koningen van Juda I

Een deel van het grote rijk- het Tweestammenrijk Juda- bleef het huis van David getrouw. God had David ook beloofd dat hij altijd een lamp zou hebben, die zou blijven branden. Altijd zou er iemand zijn die op de troon van David zitten zou, want uit dat koningshuis zou immers de beloofde Messias geboren worden. Bij herhaling komt de belofte van die Lamp terug. God maakte die belofte ook keer op keer waar, zelfs in de meest kritieke omstandigheden, als alles erop lijkt dat de duivel erin slaagt om Gods beloften teniet te doen. De Heere blijft echter getrouw en staat voor Zijn woord in. De Lamp blijft branden in dat huis, waaruit ook meer dan eens godvrezende mannen opstonden tot zegen van het volk.

In dit boek komen de volgende koningen van Juda aan de orde: Rehabeam, Abia, Asa, Josafat, Joram, Ahazia, Joas, Amazia, Uzzia en Jotham.

Aan de andere negen koningen wordt aandacht gegeven in een tweede boek over de koningen van Juda: De Hoop bleef leven.