Dr. J.H. van de Bank: De leiding van des Heeren liefde met Dina van den Bergh

Dagboekaantekeningen en brieven

Gedurende de jaren 1746 tot en met 1749 maakte een jonge vrouw, Dina van den Bergh (Amsterdam 1725 - New Brunswick 1807) aantekeningen van wat de Heere haar deed ondervinden. Indrukwekkend is het hoe zij beschrijft de verborgen omgang met de Heere. Kerkelijk en bevindelijk Amsterdam in die tijd komen uitvoerig aan de orde. Maar ook maakt zij er ons getuige van hoe in 1747 de Fransen ons land binnenvallen en 'door 's Heeren gunst' prins Willem IV dan tot stadhouder wordt uitgeroepen. De beloften die ze ontving worden werkelijkheid door een huwelijk met ds. Johannes Frelinghuysen. Samen trekken zij in 1750 naar Raritan in New Jersey, waar haar man de vakature in de Nederduits Gereformeerde Kerk, ontstaan door zijn vaders dood, gaat vervullen. Na vier jaar overlijdt haar man en Dina trouwt opnieuw, ditmaal met dominee Jacob Rutsen Hardenbergh, die een van de leidinggevende figuren in New Jersey wordt, terwijl zijn in kerkelijke kring als een 'moeder in Israël' wordt beschouwd. Deze in New Brunswick gevonden unieke handschriften worden, samen met enkele brieven van Dina uit haar Amerikaanse jaren, volledig weergegeven in hedendaagd Nederlands, zodat zij heel goed leesbaar zijn voor mensen van deze tijd. 

Inleiding, bewerking en toelichting zijn van de hand van dr. J.H. van de Bank, die in 1991 de Overdenkingen van Van Lodenstein uitgaf en ondermeer diens invloed in West-Europa en Noord-Amerika onderzoekt.