Slaperige bruid

Slaperige bruid

Artikel tijdelijk niet op voorraad, laat mij weten als het er weer is.

Ik schrijf mij hier in voor dit artikel

Samuël Rutherford: De slaperige bruid

Samuël Rutherford (1600-1661) was in zijn dagen bekend door zijn preken en brieven. Toen hij in Edinburgh aan de universiteit kwam, vreesde hij de HEERE niet. Als hij ongeveer 24 jaar is leert hij de Heere Jezus kennen. Later betreurt hij zijn dwaasheid om zo lang Christus buiten zijn hart te houden en hij raadt iedereen aan om niet net zo dwaas te zijn. Over deze onbegrijpelijke genade van God schrijft hij: 'O, Christus heeft een zaligmakend oog! Toen Hij de eerste keer op mij zag, was ik behouden; het kostte Hem maar een blik om mij van de hel te verlossen!'

De slaperige bruid bevat drie preken over Hooglied 5 en twee preken over Filippenzen 3.

  1. De slaperige bruid
    Hooglied 5 vers 1-3: Ik ben in Mijn hof gekomen, o Mijn zuster, o bruid. Ik heb Mijn mirre geplukt, met Mijn specerij; Ik heb Mijn honigraten met Mijn honig gegeten; Ik heb Mijn wijn mitsgaders Mijn melk gedronken. Eet, vrienden, drinkt, en wordt dronken, o liefsten. Ik sliep, maar mijn hart waakte; de stem mijns Liefsten, Die klopte, was: Doe Mij open, Mijn zuster, Mijn vriendin, Mijn duive, Mijn volmaakte; want mijn hoofd is vervuld met dauw, Mijn haarlokken met nachtdruppen. Ik heb mijn rok uitgetogen, hoe zal ik hem weder aantrekken? Ik heb mijn voeten gewassen, hoe zal ik ze weder bezoedelen?
  2. Het verlangen van de bruid naar Christus
    Hooglied 5 vers 3-6: Ik heb mijn rok uitgetogen, hoe zal ik hem weder aantrekken? Ik heb mijn voeten gewassen, hoe zal ik ze weder bezoedelen? Mijn Liefste trok Zijn hand van het gat der deur, en mijn ingewand werd ontroerd om Zijnentwil. Ik stond op om mijn Liefste open te doen; en mijn handen drupten van mirre en mijn vingers van vloeiende mirre, op de handhaven des slots. Ik deed mijn Liefste open, maar mijn Liefste was geweken, Hij was doorgegaan; mijn ziel ging uit vanwege Zijn spreken; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet, ik riep Hem, doch Hij antwoordde mij niet.
  3. De Kerk haar Heere zoekende
    Hooglied 5 vers 7-10: De wachters die in de stad omgingen, vonden mij, zij sloegen mij, zij verwondden mij; de wachters op de muren namen mijn sluier van mij. Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem, indien gij mijn Liefste vindt, wat zult gij Hem aanzeggen? Dat ik krank ben van liefde. Wat is uw Liefste meer dan een andere liefste, o gij schoonste onder de vrouwen? Wat is uw Liefste meer dan een andere liefste, dat gij ons zo bezworen hebt? Mijn Liefste is blank en rood, Hij draagt de banier boven tienduizend.
  4. De keuze van de apostel Paulus (I)
    Filippenzen 3 vers 7-8a: Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht, Ja, gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere.
  5. De keuze van de apostel Paulus (II)
    Filippenzen 3 vers 8b: Om de uitnemendheid des kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen.
Lees verder
Uitgever: De Schatkamer
Productcode: BKTHEO07329
Aantal blz.: 156
Staat: Tweedehands
Gewicht: 300
Artikel tijdelijk niet op voorraad, laat mij weten als het er weer is.
Ik schrijf mij hier in voor dit artikel