Luther en de doop.

Waarom moeten we dopen en op welke grond? Waarom is het een sacrament? Waarom liet de Heere Jezus Zich dopen en waarom heeft de Vader juist op dat moment gesproken? Is het voldoende gedoopt te zijn en wat heeft het met onze levenswandel te maken?

 

Deze vragen beantwoordt Luther in deze uitgave. Het is een bewerking van een serie preken die hij in januari en februari 1534 over de doop heeft gehouden. Deze uitgave is in 1535 in druk verschenen en was met name bedoeld om de gemeenteleden een weerwoord te geven in de discussie met de wederdopers, die fel tegen de kinderdoop ageerden. In de inleiding zegt Luther daarover: 'We willen de eenvoudigen zuiver onderwijs geven, opdat men het juiste besef krijgt van wat de doop inhoudt en men vervolgens allerhande dwalingen, die ertegen opkomen, kan veroordelen.'