Pleun R. Troost: Moeilijkheden in Maasdam
Vertelling over het dorp Maasdam uit de jaren 1905-1910

In het verhaal staat de Brabantse lapjeskoopman Ties de Wit centraal. De 'kramer van Maasdam' met zijn zwartharige vrouw en twee zonen worden door de Maasdammers maar aarzelend aanvaard als mededorpsgenoten. Maar de gulhartigheid van Ties geeft de doorslag. 
De andere lapjeskooplui vinden dat maar een kwalijke zaak. Vooral Dorus de Lap van Puttershoek ziet zijn omzet met de dag achteruit gaan.
Het is een roerige tijd in Maasdam, want door de komst van de stoomtram is het dorp uit het isolement verlost. Niet alleen de stad van Dordt, maar ook Rotterdam gaat nu een grote rol spelen in het leven van de dorpelingen. 
En wat te denken van de rijke boerendochter Hadewij Kooy, die omgang krijgt met de enige zoon van de veekoper Scheps uit Strien. 
Er wordt door de vrouwen wat afgepraat in het winkeltje van Maartje Fortuin. 
Dan die knappe Jaantje de Geus die gaat dienen bij advocaat Terwolde in Hillegersberg. Wat een avontuur beleeft die Jaantje daar in die stad. 
In het begin van deze eeuw komt er verandering in het leven en de gewoonten van de bewoners van de Hoeksche Waard. De 'velo' is in opkomst en de automobiel zal niet lang meer op zich doen wachten. ''t komt allemaal door die tram en die Barendrechtse brug' verzuchten de oudere Maasdammers. 'De krullemuts verdwijnt en die jonge meiden kleden zich op een stadse manier'. Ook de vrome vader van Jaantje de Geus heeft het er maar moeilijk mee. 

Een spannend streekverhaal over dit dorp aan de Binnenmaas.