Marie Bolaan trouwt met politieman Frits Rozen. Frits wil graag in Amsterdam werken en promotie maken. Hij leert Amsterdam kennen met zijn ups en downs. Veel downs. Is het in ons land, buiten Amsterdam, beter?

Frits ondervindt het: Al het oude komt op losse schroeven te staan. Waar gaat het naar toe? Wat is nog zeker? Wat staat nog vast? Wat wankelt niet?

Van dat wankelende en scheve brengt de omslag iets in beeld. Met verbijstering zien de grootouders Bolaan en sommige kinderen de ontwikkelingen aan.

Na strijd en nederlagen mogen zij ontdekken, dat ondanks alles wat wankelt en ontredderd is, het kruis een kracht van God is, dat vast staat en niet wankelt. Ook dat geeft de omslag aan.

Daarom is er ook een weg vooruit: Gods weg! Maar Zijn wegen zijn horen dat die van aardse stervelingen. Zijn wegen zijn heilig en Zijn Woord bestaat in der eeuwigheid.