L.J. van Valen: Bazuinen in de wildernis

Puriteinse kolonisten in Noord-Amerika

De ontwikkeling van de eerste Amerikaanse staten is een boeiende geschiedenis. Vervolgde Engelse puriteinen stichtten rond 1630 aan de oostkust enkele koloniën die bekend werden onder de naam New England. Hier konden zij ongehinderd hun godsdienst uitoefenen. Veel moeiten en ontberingen moesten zij hier echter ook doorstaan om aan hun idealen gestalte te geven. Zij slaagden erin dit gebied tot een welvarende theocratie te maken, die uniek is te noemen in de wereldgeschiedenis.
In dit boek komen wij in aanraking met de diep doorleefde vroomheid die het leven van vele kolonisten kenmerkte. Centraal hierbij staat de krachtige puriteinse prediking van mannen als John Cotton. Thomas Shepard en Thomas Hooker, die tot de pioniers gerekend worden. Hun leven en werk, en dat van vele anderen, wordt op een boeiende manier geschetst, vanuit hun autobiografische geschriften en door mededeling van derden. Zij vormden de rode draad van een leven in tere godsvreze in een omgeving waarin het streven naar een theocratisch ideaal de toon aangaf. De calvinistische snit van 'Soli Deo Gloria' beademde hun hart en leven.