Ds. G. Mouw: Der armen spijs

Deel 2 - Acht preken voor o.a. het kerkelijk jaar

Waar genade valt, daar valt ze vrij en soeverein. Dat hebben we allemaal nodig. De vruchten van genade zijn ontdekkend, armmakend en schuldeigenend. Alleen dan wordt voor zulk een ziel de deur der hoop ontsloten in het dal van Achor. Wat is het een wonder als dat geleerd mag worden door het zaligmakende geloof. Dan ontvangt een ziel niet alleen de ware geloofsoefeningen, maar ook dierbare en kostelijke genadeweldaden.
Ds. G. Mouw verklaart in deze acht preken op Schriftuurlijke en bevindelijke wijze niet alleen de noodzakelijkheid om tot die kennis der zaligheid gebracht te worden, maar ook hoe een verloren adamskind op rechtsgronden in en door Christus tot de zaligheid komt.

1. De komst van Christus in het vlees - Kerstpreek over Lukas 2 : 6 - 7
2. De dierbare Middelaar Gods en der mensen (1) - Kerstpreek over Jesaja 9 : 5a
3. De dierbare Middelaar Gods en der mensen (2) - Kerstpreek over Jesaja 9 : 5b
4. Een gebed des verdrukten - Oudejaarsavondpreek over Psalm 102 : 12 - 13
5. Een dierbare onderwijzing in de weg der zaligheid bij de aanvang van het nieuwe jaar - Nieuwjaarspreek over Romeinen 8 : 28
6. De biddag van David - Biddagpreek over Psalm 141 : 2a
7. De dierbare genadetroon - Biddagpreek ver Hebreeën 4 : 16
8. Het soevereine werk der Goddelijke genade - Preek over Efeze 2 : 13