Ds. C. Sonnevelt: Gods weg met Israël

Zestien Bijbelstudies over Romeinen  9 - 11

In Romeinen 9 spreekt Paulus over de vrijmacht Gods met betrekking tot Israël. In hoofstuk 10 ligt de nadruk op de verantwoordelijkheid van het volk Israël en in hoofdstuk 11 ten slotte gaat de apostel bekendmaken wat het doel is van Israëls struikeling en wijst hij op de toekomst van dit volk overeenkomstig het Goddelijk raadsplan. Deze drie hoofdstukken horen bij elkaar.

Op evenwichtige wijze behandelt de auteur het onderwerp en hij stelt daarbij steeds de vraag: Wat zegt de Schrift?

Aan elk hoofdstuk zijn gespreksvragen toegevoegd. Hierdoor is het boek geschikt voor verenigingen en gesprekskringen. Vanwege het mediatieve karakter van deze studie is dit boek ook geschikt voor persoonlijke overdenking.

  1) Israël in de brief aan de Romeinen

  2) Israëls verharding en de droefheid van Gods knecht - Romeinen 9 : 1 - 5

  3) Israëls verharding en de vrijmacht van Gods wil - Romeinen 9 : 6 - 23

  4) Israëls verharding en de troost van Gods gemeente - Romeinen 9 : 24 - 33

  5) Israëls ongeloof als een miskennen van de rechtvaardigheid Gods - Romeinen  10 : 1 - 4

  6) Israëls ongeloof als een verwerpen van de Christus - Romeinen 10 : 5 - 13

  7) Israëls ongeloof als een ongehoorzaam zijn aan het Woord des Heeren - Romeinen 10 : 14 - 21

  8) De trouw van Israëls God in het leven van Paulus - Romeinen 11 : 1 - 2a

  9) De trouw van Israëls God in de zevenduizend van Elia - Romeinen 11 : 2b - 5a

10) De trouw van Israëls God in het overblijfsel van deze tijd - Romeinen 11 : 5b - 10

11) Israëls val als middel tot zaligheid voor de heidenen - Romeinen 11 : 11a, 12a, 15a en 22a

12) Israëls val als invalspoort tot jaloersheid bij de joden - Romeinen 11: 11b, 12 - 15

13) Israëls val als prikkel tot ootmoed in de gemeenten - Romeinen 11 : 16 - 21 en 22b - 24

14) De toekomst van Israël: een heerlijke verwachting - Romeinen 11 : 25 - 26a

15) De toekomst van Israël: een vaste grond - Romeinen 11 : 26b - 32

16) De toekomst van Israël: een ootmoedige aanbidding - Romeinen  33 - 36