Octavius Winslow: Mara en Elim

Over verval en opbloei van het geestelijke leven

Octavius Winslow schreef met Mara en Elim. Over verval en opbloei van het geestelijke leven een boek over zelfbeproeving en geestelijk verval. In het begin van dit boek wordt duidelijk gemaakt waarom Octavius een boek schreef over juist dit thema. Hij was van mening dat er genoeg geschreven werd over praktisch christendom en apologetiek. De kerk was volgens hem veel te druk daarmee en ook kerkmensen bekommerden zich te weinig over de belangrijke vraag: hoe is het met mijn ziel gesteld? Wat is de huidige toestand van mijn ziel voor God?
Winslow behandelt in negen hoofdstukken het onderwerp van geestelijk verval, ook wel 'verachtering in de genade' genoemd. De rode draad in het boek is dat een toestand van godsdienstig verval in elke gelovige voor kan komen, maar dat zo'n toestand niet hopeloos is. Een kind van God kan zijn genade immers nooit definitief verliezen. De genadegaven van God zijn onberouwelijk en hoe sterk het vuur ook kan uitdoven, onder de sintels blijft het gloeien.