Ben Worrie is een ondernemende Jood. In de Rotterdamse havens bengt hij zijn handel met welluidende stem aan de man. Hij bezoekt schepen en geeft aan de ruime sop te willen kiezen. Zijn moeder, broer en zus kunnen hem niet tegenhouden. Zelfs van zijn vriendin, Hennie Donkers van de groentenhandelaar, neemt hij afscheid en monstert aan op de Simpang, een groot zeeschip.

Arnold van Spirren is in de kost bij een hartelijke weduwe, omdat hij als kantoorklerk werkzaam is in Rotterdam. Hij moet er getuige van zijn dat de oorlog uitbreekt en Rotterdam gebombardeerd wordt. Hij ziet hoe het met Hennie en haar familie bezwijken door de hitte van de vlammenzee.
Omdat Arnolds broer zijn levensverhaal vertelt aan Bennie Worrie, komt deze samen met zijn zwarte vriend na de oorlog deze trieste geschiedenis ter ore. Ook hoort hij van Janus, de vletterman, hoe het met zijn familie is afgelopen.